zondag 3 januari 2016

Luisteropdracht (Herkansing)

Hallo Allemaal,

Mijn vorige luisteropdracht was helaas niet voldoende.
Daarom heb ik opnieuw een luisteropdracht gemaakt.
Deze luisteropdracht gaat over een muziekstuk van de musical De Droomvlucht uit de Efteling.


Luisteropdracht:

Stap 1:
Betekenis:
Het muziekstuk is afkomstig van de musical De Droomvlucht in de Efteling. De componist wil met dit stuk een confrontatie tussen verschillende partijen in kaart brengen.
Dit stuk roept bepaalde gevoelens op. Voor mij spanning en sensatie. Dit gevoel is voor iedereen anders. Het is net waar de leerlingen dit muziekstuk mee associëren.

Vorm:
In het hele fragment is een herhaling te horen. Het eerste stuk wordt continu herhaalt.
Later in het fragment wordt precies hetzelfde stuk herhaald.
Ook bevat het stuk variatie. Deze variatie is te horen aan de verschillende muziekinstrumenten.

Klank:
Het stuk heeft twee ritmes. Het eerste ritme wordt vaak herhaald. In het middenstuk wordt het ritme iets versnelt.
De klanksterkte in het muziekstuk varieert  sterk. Er is een duidelijke opmars te horen. Het begint zacht en wordt steeds luider door het gebruik van meerdere muziekinstrumenten. Halverwege het stuk wordt de klanksterkte zachter. Vervolgens wordt het weer sterker.
Het muziekstuk heeft veel klankkleur. Er worden namelijk veel verschillende muziekbronnen gebruik. Deze bronnen zorgen ervoor dat de betekenis van het stuk tot stand komt.

Luisterstijlen:
Analytische luisterstijl:
De kinderen luisteren naar het fragment en bedenken voor zichzelf welke instrumenten er worden bespeelt.

Creatieve luisterstijl:
De kinderen bedenken een verhaal bij dit muziekstuk. Welke sfeer past bij het muziekstuk en het verhaal.

Sociale luisterstijl:
Er wordt klassikaal naar het muziekstuk geluisterd. Aan de hand van het muziekstuk delen de kinderen hun gevoelens over dit muziekstuk.

Stap 2:
De kinderen luisteren analytisch, creatief en sociaal naar het muziekstuk. Als eerste luisteren de kinderen wat voor instrumenten er worden gebruikt tijdens het muziekstuk. Ook wordt en geluisterd naar hoe deze instrumenten klinken (hard - zacht, hoog - laag).
Ze zullen een eigen betekenis geven aan het stuk, zelf een beeld creëren van het stuk en het stuk meerdere malen met de gehele groep beluisteren.
De kinderen kunnen met dit muziekstuk ontdekken wat muziek met je doet. Je krijgt namelijk een betere indruk van een bepaalde situatie.

Stap 3:
Het muziekstuk roept bij de kinderen bepaalde gevoelens en beelden op. Deze gevoelens en beelden gebruiken zij om een verhaal te schrijven die bij het muziekstuk past.
Met deze opdracht leren de kinderen dat muziek met een reden wordt gecompenseerd. Een componist kan namelijk door middel van zijn muziek een verhaal vertellen.

Stap 4:
De kinderen zijn bezig met creëren. Zij schrijven een verhaal wat volgens hen bij het verhaal past. Hierbij maken zij gebruik van de gevoelens en beelden die het muziekstuk bij hen oproept.

Stap 5:
De kinderen werken zelfstandig aan hun verhaal. Hierbij geven zij een betekenis aan het muziekstuk.

Stap 6:
De kinderen kunnen in tweetallen of in groepjes aan het verhaal werken. Dit gaat alleen ten kosten van het eigen beeld van het muziekstuk. De kinderen moeten namelijk hetzelfde beeld hebben van het muziekstuk.

Stap 7:
Als opening van de opdracht laat ik een instrumental versie van ‘Diep in de zee’ van De kleine zeemeermin horen. Bij dit fragment laat ik zelf verschillende emoties aan de kinderen zien.
Ik laat de volgende emoties zien:
·         Verdrietig
·         Boos
·         Bang
·         Vrolijk

Met deze opening leren de kinderen dat muziek een bepaalde emotie weergeeft.

Stap 8:
Om de les na te bespreken dragen de kinderen hun verhalen voor aan de tafelgroepjes. Dit zin allemaal groepjes van vier. Op deze manier kunnen alle kinderen het verhaal voorlezen.
Ik loop tijdens de nabespreking rond. Ik luister naar verschillende verhalen.
Als elke leerling het verhaal heeft voorgelezen, vraag ik de leerlingen wat wij tijdens deze les hebben geleerd.
(We hebben geleerd dat een muziekstuk een bepaald gevoel oproept en een verhaal verteld.)

Stap 9:
Deze opdracht heb ik uit laten voeren door mijn broertje (Dylan, 9 jaar). Hij vond deze opdracht erg lastig. Dylan begreep wat de bedoeling van de opdracht was, maar had moeite met de verwerking. Het verhaal had namelijk geen begin. Dit gaf hem geen duidelijk beeld over het thema van het verhaal.
Om hem hierbij te begeleiden heb ik een korte voor situatie geschetst. Ik vertelde hem dat er twee indianenstammen (hij houdt indianen) oorlog met elkaar hebben. Beide stammen willen een stuk grond bij een rivier hebben.
Dit kleine stukje informatie gaf hem genoeg inspiratie om het verhaal te kunnen schrijven.

Ik kan nu concluderen dat mijn opdracht te vrij kan zijn voor jonge kinderen.
Mijn broertje zit in groep 5, maar heeft erg veel moeite om te beginnen met een opdracht. Hij heeft namelijk veel structuur nodig.

Stap 10:
Aan de hand van mijn bevindingen moet ik mijn opdracht aanpassen voor kinderen die moeite hebben met het schrijven van een verhaal. Ik doe dit door zelf een verhaal te vertellen over wat er vooraf is gebeurt. Hierbij krijgen de kinderen een duidelijker beeld van het verhaal.
Dit brengt alleen één groot nadeel met zich mee. Ik dring op deze manier mijn eigen betekenis van het muziekstuk aan de kinderen op.

Ik kan ook de kinderen voor het schrijven ideeën met elkaar laten uitwisselen.
Wat zou er aan de hand zijn?
Waarom is dit zo?
Waar gaat het stuk over?