zondag 1 november 2015

I Like the Flowers (GLVF + Audio opname)

Hallo Allemaal,

Hieronder vind je mijn laatste opdracht voor muziek. Deze opdracht bestond uit het maken van een lesvoorbereiding voor een muziekles. 
Bij deze voorbereiding hoort ook een audio opname. De link naar mijn opname staat onderaan aangegeven.


Voorbereiding volgens OMOKVAR:
Ontwerp:
Lesdoel:
Na deze lesactiviteit kunnen de kinderen het lied I like the flowers zelfstandig zingen. Ook kennen zij de vertaling van het lied 

Beginsituatie:
Wat weten de kinderen al van deze leerinhoud? Sluit aan bij de belevingswereld en interesse.
De leerlingen krijgen welke week muziek van een vakdocent. Elke muziekles heeft een vaste opbouw.
1.       Muzikale opening
2.       Luisteren naar het lied
3.       Aanleren door de weggeefmethode
4.       Samen zingen.
 Ook krijgen de kinderen twee keer per week het vak Engels. Veel woorden van het lied I like the flowers zullen zij ook herkennen.
De kinderen werken aan een project over bloemen. Dit lied sluit hier goed bij aan.


Het liedje I like the flowers kennen de kinderen nog niet. Wel hebben zij ervaring in het zingen van Engelstalige liedjes.

Regels:
  • Wij zijn stil als de juf/meester praat.
  • Wij leggen onze pen op de tafel neer als de juf/meester praat.
  • Wij steken onze vinger op als wij iets willen vragen.
  • Wij werken zelfstandig en stil als het stoplicht op rood staat.
  • Wij overleggen zachtjes met onze groepsgenoten als het stoplicht op oranje staat.
  • Wij stellen pas vragen aan de juf/meester als het stoplicht op groen staat.

Hoe krijg je de aandacht van de groep?
Om de aandacht te krijgen kan ik het volgende doen:
  • In mijn handen klappen en vragen om de aandacht.
  • Het stilte teken geven






Muzikale Opening:
Als muzikale opening laat ik alle kinderen achter hun stoel staan. We doen de oefening bloeiende bloemen. 

Als eerste doe ik de oefening voor. 
Mijn lichaam hangt als een hangende bloem voorover gebogen. Terwijl ik langzaam van laag naar hoog neurie, komt mijn lichaam rechtop. Ik eindig met neuriën als mijn armen boven mijn hoofd zijn. Daarna doen we precies het tegenovergestelde. We beginnen op onze tenen en gaan langzaam weer terug naar de houding hangende bloem. Terwijl we dit doen neuriën we opnieuw. Maar nu gaan we van hoog naar laag.
Hierna doen we dit klassikaal.

Na deze oefening gaan alle leerlingen weer op hun plaats zitten en zing ik het lied voor.
Ik zing het lied voor zonder geluidsopname.

Kern:
Vervolgens stel ik luistervragen aan de leerlingen en zing ik het lied nogmaals voor.
Luistervragen:
  • Uit hoeveel regels bestaat dit lied?
  • Uit hoeveel coupletten bestaat dit lied?
  • Wat hoor je steeds terug komen in het lied? Welke woorden?
  • Waar zou dit lied over gaan?
Door het stellen van luistervragen spoor ik de kinderen aan om kritisch te luisteren naar het lied.



Als het hele lied is vertaald leer ik de kinderen het lied aan.
Dit doe ik met de aanleerstrategie:
Weggeefmethode.

Ik zing het lied opnieuw voor. De kinderen luisteren alleen. Ik geef met mijn handen de maat van het lied aan.
Vervolgens vraag ik de kinderen om alleen de laatste regel mee te zingen (doe waka doe).
Daarna zingen de kinderen de eerste en de laatste regel.
Hierna de eerste twee regels en de laatste regel.
Tot slot zingen de kinderen het gehele lied.

Verwerking:
Ik vraag aan de kinderen wat zij vinden van het lied. 
Word je er blij van? of verdrietig?
Weten de kinderen eigenlijk wel wat ze zingen?
Op het digibord heb ik de tekst van het liedje klaar staan.
We gaan het lied nu naar het Nederlands vertalen.
Regel voor regel vertalen we het lied. De Nederlandse vertaling schrijf ik achter de zin.

I like the flowers                                       Ik hou van de bloemen
I like the daffodils                                     Ik hou van de gele narcissen
I like the Mountains                                 Ik hou van de bergen
I like the green hills                                  Ik hou van de groende heuvels
I like the firestone                                     Ik hou van de vuursteen
Ik like to walk alone                                 Ik hou van alleen lopen

Doe waka doe waka doe waka doe waka doe


Vervolgens zingen we het gehele lied opnieuw (in het Engels).

Afsluiting:
Nu zingen de kinderen het gehele lied zelfstandig. Ik geef alleen de begin toon aan en laat de kinderen verder zing. Wel geef ik de maat aan met mijn handen.
Ik eindig mijn les met een effectief compliment en een Ik-boodschap.

Reflectie:
Tot slot evalueer ik de les voor mijzelf.
Heb ik mijn lesdoel behaald?
Wat ging goed?
Wat kan ik een volgende keer anders doen?


Audio opname:
Klik hier voor de opname



Luisteropdracht

Hallo allemaal,

Voor het vak muziek hebben wij de opdracht gekregen om een luisteropdracht te ontwerpen voor de bovenbouw. Een luisteropdracht is een opdracht dat de kinderen stimuleert om na te denken over muziek. 
Zie hieronder mijn opdracht.

Luisteropdracht:
Lied:  Row your boat

Stap 1: KVB-Model
Klank:                 Dezelfde klank komt steeds in de eerste regel terug.
Klankkleur:        De klankkleur bestaat uit een gitaar en viool.
Klankhoogte:    De klankhoogte is laag, want dat brengt het “zeemans” gevoel in het lied. Verder   
                            klinkt het vrolijk.
Ritme/maat:     Het ritme blijft het gehele lied hetzelfde.
Vorm:                 De eerste regel bevat herhaling. Het ritme blijft het gehele lied hetzelfde.
Betekenis:         Het gevoel wat ik van dit liedje krijg, is een werk gevoel. Ik denk aan het werken als   
                            roeier op een boot.

Stap 2: Hoe luisteren de kinderen?
De leerlingen zullen als eerste meegaan met de puls van het lied. Het lied kan de kinderen namelijk aansporen om van links naar rechts te bewegen.
Doordat het lied in het Engels is, kunnen die kinderen nieuwe Engelse woorden leren en de bewegingen die erbij passen bedenken.

Stap 3: Opdrachten
Bij dit lied heb ik de volgende opdrachten bedacht.
1.       Vertaal het lied naar het Nederlands.
2.       Bedenk passende bewegingen bij het lied.

Stap 4: Wat doen de kinderen?
De leerlingen luisteren eerst goed naar het lied. Daarna denken ze na over de tekst. Tot slot bedenken de kinderen bewegingen en voeren zij deze tijdens het zingen uit.


Stap 5: Welke didactische werkvormen komen aan bod?

  • Luisteren
  • Vertalen 
  • Bewegen
  • Samenwerken
  • Overleggen
Stap 6: Coöperatief leren?
De kinderen kunnen in verschillende groepjes de opdrachten uitvoeren. Zo kunnen de leerlingen in bijvoorbeeld groepjes van vier werken. Aan het einde kunnen alle groepjes een optreden geven.

Stap 7: Muzikale opening
Ik begin mijn les door de klas binnen te komen met een opblaasbootje. Ik ga in het bootje staan en zing het lied zonder geluidsopname eerst voor. 
Daarna laat ik alle kinderen staan en beginnen we de les met een muzikale opening.
De muzikale opening bestaat uit het zeggen van row, row. We bewegen van links naar rechts en zeggen steeds luider row, row. Hoe luider we row, row zeggen hoe sneller we van links naar rechts bewegen.
Ik geef tijdens deze opening het tempo aan. 
Daarna laat ik het lied helemaal met geluidsopname horen. 

Stap 8:Nabespreking
De opdracht wordt klassikaal nabesproken. per groepje vraag ik om de vertaling van een woord. Daarna zeggen we klassikaal eerst de Engelse versie op en vervolgens de Nederlandse versie.
Tot slot geeft elk groepje een optreden met de bewegingen die zij hebben bedacht op het lied.

Er wordt positieve feedback gegeven aan elkaar door middel van effectieve complimenten en ik-boodschappen.

Grafisch partituur

Hallo allemaal,

Voor het vak muziek heb ik de opdracht gekregen om een grafisch partituur te ontwerpen.
Een grafisch partituur is de eerste stap naar de grafische notatie.

Zie hier mijn ontworpen partituur:

Verantwoording vanuit het KVB-Model:
Klank:
In het grafisch partituur zijn per regel drie maatstrepen aanwezig. In elke maat zitten vier tellen.
In de eerste en tweede regel is dit duidelijk zichtbaar.
In de laatste regel is ook klankhoogte te zien. Het spookje en het aapje geven aan dat de klank lang aangehouden moet worden en dat hij omhoog en omlaag gaat. Aan het einde van deze regel zijn de symbolen voor klappen en stampen vergroot dit geeft aan dat deze klanken harder moeten klinken, dit geeft dus de klanksterkte aan.
De klanken kunnen verdeelt worden in twee groepen. Lichaamsklanken en keelklanken. Deze twee groepen geven de klanken hun eigen klankkleur.

Vorm:
In het grafisch partituur heb ik gebruik gemaakt van herhaling. Het is opgebouwd uit vier verschillende klanken die telkens terug komen. Bijvoorbeeld eerst met woorden en later met symbolen.
Ook is er contrast aanwezig de klanken variëren in sterkte en hoogte met elkaar. Dit is voornamelijk te zien aan de laatste twee regels.
Het partituur beschikt ook over variatie. Er is een afwisseling in klankkleur, klankduur en klanksterkte.

Betekenis:
Dit partituur is bedoelt ter muzikale opening van een lied. De leerlingen krijgen inzicht in het houden aan een ritme en het aflezen van een grafische notatie.
Deze grafische notatie is voor alle kinderen te begrijpen en is voor hen een voorbereiding op de echte grafische notatie.
De symbolen die worden gebruikt zijn voor de kinderen ook herkenbaar.


Jugendstil affiche

Hallo allemaal,

De mijn laatste beeldende opdracht bestond uit het maken van een poster met pastelkrijt. Deze poster moest gemaakt worden met de Jugendstil techniek.
Deze techniek is herkenbaar vanwege zijn sierlijke lijnen. De Jugendstil is rond 1900 populair geworden. Vandaag de dag is deze techniek nog terug te zien in ouderwetse affiches en in de architectuur.

Om te beginnen met deze opdracht ben ik als eerste op onderzoek gegaan naar voorbeelden van de Jugendstiltechniek. Het viel mij meteen op dat er veel vrouwen worden gebruikt op deze affiches.
Dit bracht mij op het idee om ook een vrouw te gebruiken voor mijn poster.
Ik heb gekozen voor Elsa. Zij is de ijskoningin uit de Disneyfilm Frozen.
Verder had ik nog gezocht naar patronen die bij mijn onderwerp pasten.

Aan de slag!
Doordat ik van te voren ideeën heb opgedaan over de Jugendstiltechniek, had ik een duidelijk beeld voor mijn poster.
Ik begon met het schetsen van de sierlijke letters en mijn hoofdrolspeelster.
Daarna heb ik deze schets uitgewerkt op mijn affiche. Nadat ik dit had gedaan kon ik aan de slag met de pastelkrijt.
Het viel mij meteen op dat pastelkrijt erg hard is en dat je niet te hard moet drukken, omdat het krijt dan snel breekt. Hier kwam ik alleen te laat achter en ik brak mijn eerste krijtjes in stukken. Ook kreeg ik te diepe lijnen op mijn poster. Dit wist ik op te lossen door de lijnen met mijn vinger uit te vegen. Het krijt verspreidde zich over de tekening en er ontstond een gekleurde achtergrond.. Op die manier heb ik mijn gehele affiche eerst een kleur gegeven.
Ik maakte gebruikt van verschillende tinten blauw. Met deze tinten kreeg het affiche een ijzige sfeer wat aansluit bij het onderwerp Frozen.

Nadat alles een kleur had, heb ik mij meer gefocust op het Jugendstil. Ik probeerde veel sierlijke vormen te maken. Om in het ijzige sfeertje te blijven heb ik veel krullen gemaakt. Deze krullen staan symbool voor de ijzige gave van de ijskoning.

Zie hier mijn proces stap voor stap:

















Reflectieformulier: Groeten uit Loch Ness




LVF Jan en de Jugendstil


1.  Onderwijsdoel
Betekenis:
Aan het einde van de les weten de kinderen wat een affiche is en waarvoor deze is bedoelt.

Vorm :
Aan het einde van de les kunnen de kinderen met de Jugendstiltechniek een affiche met sierlijke vormen maken.

Materiaal/techniek:
Aan het einde van de les hebben de kinderen met pastelkrijt een Jugendstil affiche gemaakt.

Beschouwing:
Aan het einde van de les kunnen de kinderen vertellen wat een Jugendstilaffiche is en waar je deze aan kan herkennen.

Werkwijze:
Aan het einde van de les kunnen de kinderen met pastelkrijt sierlijke vormen maken vanuit een beweging met de schouders op het affiche.

Onderzoek:
Aan het einde van de les hebben de kinderen ondervonden welke stijlen er gebruikt kunnen worden voor een Jugendstilaffiche

2. Lesopbouw

Oriëntatie:
Introductie
Ik start mijn les door de kinderen de vraag te stellen: “Wie kan mij vertellen wat reclame is?”
Vervolgens stel ik meerdere vragen om de kinderen te laten oriënteren over het onderwerp reclame.
-          Wie weet voorbeelden van reclame?
-          Waar kan je reclame tegenkomen?  (Tv, krant, internet, etc..)
-          Wie weet wat een affiche is? (reclameposter)
-          Wat valt je daar aan op? (grote letters, weinig tekst, plaatjes)
-          Hoe komt het dat je dit hebt onthouden? (Viel het op? Was het mooi? Was het opvallend?)

Ik laat afbeeldingen zien van verschillende Jugendstilaffiches.
Ik vraag aan de kinderen:
-          Wat valt je op aan deze affiches? (vormen)
-          Wanneer werden deze affiches gebruikt? (rond 1900)
-          Waar zouden ze reclame voor maken? (slaolie)

Informatie
Ik vertel de kinderen dat de posters gebruikt werden rond 1900.
Deze sierlijke vormen werden gebruikt door de kunstenaar Jan Toorop. Hij kwam uit Indonesië en werd hier in Nederland kunstenaar.
Hij bedacht om kunstwerken te maken met sierlijke vormen zoals we net hebben gezien.
Hij noemden dit de Jugendstil.
In de tussentijd laat ik verschillende voorbeelden van de Jugendstil zien.
Als eerste laat ik tekeningen  zien. Vervolgens laat ik afbeeldingen zien vanuit de architectuur.

Ik vertel bij de architectuur dat de vormen in het huis nergens recht zijn. Ze zijn overal gebogen en versierd met gebogen lijnen.

Ik vraag aan de leerlingen of zij nog meer voorbeelden kennen van deze techniek.

Instructie
Ik vertel de kinderen dat wij nu zelf een Jugendstilaffiche gaan maken met pastelkrijt.
Ik vertel dat pastelkrijt een soort krijt is om mee te tekenen op papier. Het is hard en daardoor moet je niet te hard drukken, want anders gaat het krijtje kapot.
Ik laat de kinderen om de instructie tafel staan zodat ik de techniek voor kan doen.
Ik geef een voorbeeld door een affiche te maken met als onderwerp Fruit.
Als eerste maak ik een kader op het blad (A3).
Vervolgens schrijf ik met sierlijke letters het woord fruit op het blad.
Ik schets een appel en een peer.
Vervolgens maak ik verschillende sierlijke vormen om de appel en peer heen. Op die manier word het Jugendstil duidelijk.

Om de kinderen te laten zien dat ik het affiche kan inkleuren met mijn vingers, veeg ik over de poster heen. Op die manier veeg ik de kleur uit zodat hij zich verspreid over het affiche.

Ik leg uit hoe de kinderen aan het werk gaan.
Als eerste maken we een schets over wat je wilt maken (A4 papier).
Op die manier ervaren de kinderen hoe het is om te werken met pastelkrijt.

Vervolgens werken zij de schets uit op het grote blad (A3 papier).

Ik geef de kinderen nog de tijd om vragen te stellen over de opdracht.

Begeleiding:
Zodra de kinderen aan het werk gaan, start ik met het observeren van de groep.
Is het duidelijk wat er moet gebeuren?
Kan iedereen beginnen?

Vervolgens loop ik rondes door de klas. Ik blijf observeren hoe de kinderen aan het werk zijn. Ik stuur bij waar dit nodig is.

Terwijl ik de kinderen observeer herhaal ik hoe de kinderen moeten werken.
Niet te hard op het krijtje drukken.
Werken vanuit je schouders.
Zorg voor fijne bewegingen.
Begin als eerste met een lichte kleur en daarna pas met een donkere.

Terwijl de kinderen aan het werk zijn, benoem ik positief gedrag.
Ik probeer de kinderen effectieve complimenten te geven.

Als de les niet verloopt zoals ik dat wil, dan probeer ik het gedrag van de kinderen te veranderen door het geven van effectieve kritiek en ik-boodschappen.

Afronding:
Aan het einde van de les laat ik de kinderen de affiches op de instructie tafel leggen. We gaan eens kijken naar elkaar werk.
Ik benoem wat mij opvalt. (welk werk springt er nou echt uit)
Wat vinden de kinderen van het werk van anderen? En waarom?

Ik sluit mijn les af door als dat mogelijk is een effectief compliment te geven over het gedrag tijdens de les.

Groeten uit Loch Ness!

Hallo allemaal,

De tweede beeldende opdracht zit er weer op. Dit keer bestond de opdracht uit het maken van een ansichtkaart met Indische inkt. Maar dan niet zomaar een kaart, maar een kaart uit Loch Ness!

Het onderwerp van deze opdracht was dus Loch Ness. En het stond in het thema van griezelen.
Onze docent beelden opende deze les met een verhaal over zijn bezoek aan Loch Ness. In zijn verhaal vertelde hij over wat voor monster hij daar had gezien. Ook liet hij hierbij verschillende 'foto's' zien die hij had gemaakt.

Dankzij dit verhaal kreeg ik meteen een goed beeld van wat ik wilde maken. Namelijk een soort van prehistorisch monster die je elk moment kan verslinden.

Aan de slag!
Aan het hand van het verhaal heb ik afbeeldingen opgezocht van dinosaurussen. Hierdoor werd mijn beeld van het monster nog duidelijker.
Als eerste heb ik een grove schets gemaakt van het beest. Daarna heb ik deze schets verfijnd en hem uiteindelijke overgetrokken met de Indische inkt. De lijnen trok ik over met een omdraai pen voor fijne lijnen, een kroontjespen voor grove lijnen en een satéprikker voor nog grovere lijnen.
Nadat de inkt droog was kreeg het monster zijn afschrikwekkende kleur. Dit deed ik door het te oppervlak dat gekleurd moest worden eerst nat te maken met een penseel. Vervolgens pakte ik maar een paar druppels inkt en ging ik opnieuw over het te kleuren oppervlak heen. Doordat de tekening nat was verspreidde de inkt zicht snel.
Om meer effect te geven aan de textuur van de huid, pakte ik wat andere kleuren (paars en blauw) en voegde ik deze toe aan de groene inkt. Dit gaf een grappig effect. De kleuren liepen door elkaar en gaven het beest een soort geschubde huid.

Zie hier mijn proces stap voor stap:


















Reflectieformulier: Groeten uit Loch Ness

Park in hersftsferen

Hallo Allemaal,

De eerste beeldende opdracht die ik dit jaar heb uitgevoerd, was het maken een van schilderij.
Het schilderij had als thema een park in de herfst. In dit schilderij moest ook één ding zichtbaar zijn. Er moest namelijk een duidelijk perspectief aanwezig zijn.

Het werken met perspectieven was voor mij iets nieuws. Gelukkig kregen wij van te voren hier les in. Tijdens deze les is besproken wat perspectieven zijn, waarom je dit moet laten zien en hoe je dit het beste kan doen.

Aan de slag!
Om mij te oriënteren op dit onderwerp heb ik van te voren ideeën opgedaan op het internet. Via Google heb ik vele afbeeldingen bekeken en viel mij één ding heel erg op.
Altijd als ik aan de herfst dacht, dan kwamen de woorden koud en nat in mij op. Op de afbeeldingen die ik bekeek, bleek het juist het tegenovergestelde. De herfst kan namelijk ook warmte uitstralen.
Tijdens de oriëntatie viel mijn oog op één afbeelding die deze warmte ook echt duidelijk liet zien. Deze afbeelding heb ik daarom ook gekozen om na te schilderen.












Om de opdracht uit te voeren ben ik als eerste gaan schetsen. Dit deed ik met een dunne kwast en de kleur geel. Op die manier kreeg ik zelf al een duidelijk beeld van het schilderij en het perspectief.
Vervolgens heb ik verschillende kleuren gemengd en hiermee het schilderij ingekleurd. Ik maakte veel gebruik van de kleuren rood, geel en en oranje. Dit gaf mijn schilderij ook de warmte die hij moest uitstralen.
Om te werken aan het perspectief, heb ik van onder naar boven gewerkt. Deze manier van werken was voor mij erg fijn, omdat zo het perspectief ook duidelijk bleef.
Tot slot heb ik mij gefocust op de details van het park. Ik probeerde de takken en de bladeren vorm te geven. Deze details waren erg moeilijk om te laten zien. En gezien de tijd, werd dit nog lastiger.

Zie hier mijn proces stap voor stap:















Reflectieformulier: Park in herfstsferen